Welkom bij de Vrolijke Tuinier, een site voor liefhebbers van een sier- en moestuin !

Het onderhoud van je tuin is een verhaal apart, daarom is er hier ook een aparte pagina aan gewijd. Wanneer moet je snoeien, wanneer kun je verplanten? En hoe zit het met de groenten? Tot wanneer kun je nog jonge plantjes uitzetten en oogsten? Hier vind je veel informatie en tips.

Over snoeien

Snoeien is het verwijderen van takken en twijgen bij bomen, struiken en kleinere vaste planten. Ja, ook kleine struikjes met verhoute takken moeten soms gesnoeid worden. We doen het alleen als het echt nodig is, bijvoorbeeld als een boom of struik te groot wordt, als er veel dood hout tussen zit of om de bloei voor het volgende jaar te bevorderen. Sommige planten worden van onderen kaal als je niet goed snoeit. Sommige bomen moeten in vorm gesnoeid worden als je ze mooi wilt houden. Het is natuurlijk handig als je weet met welke plant je te maken hebt.

Er zijn hele boeken geschreven over snoeien en we zijn zeker niet alwetend. Maar voor de beginner zijn wel een paar algemene vuistregels. Gewoon terugsnoeien, dus heel de plant flink verkleinen, gebeurt bij de meeste struiken in het vroege voorjaar. Daarbij maken we onderscheid tussen heesters die vóór of ná 1 juli bloeien. Bloeien ze na 1 juli (dus pas echt in de zomer) dan kun je ze in het voorjaar voor het uitlopen gerust flink terugsnoeien. De planten vormen dan gewoon bloemknoppen voor de zomer. In vaktermen heet het dat ze op éénjarig hout bloeien.

Dit moet je echter niet doen bij heesters die vóór 1 juli bloeien. Die hebben hun bloemknoppen al in het voorgaande jaar aangelegd - ze bloeien op meerjarig hout. Ga je daaraan snoeien in het voorjaar, dan haal je dus bloemknoppen weg terwijl de plant geen tijd meer heeft om nieuwe te vormen. Gevolg: ze bloeien dan dit jaar niet meer. Bij deze planten moet je dus direct na de bloei snoeien, nog voor ze de nieuwe bloemknoppen voor het volgende jaar gaan vormen. Denk bijvoorbeeld aan de Forsythia (Chinees Klokje), of andere vrolijke voorjaarsbloeiers. Alleen oud hout, dode takken en teveel twijgen kun je bij deze voorjaarsbloeiers wel weer in het voorjaar eruit halen. Ze zien er dan mooier uit en bloeien toch.

Bomen die hun blad verliezen, snoeien we het liefst in het voorjaar voor het uitlopen.

Waarmee snoeien?

Gebruik vooral scherp gereedschap zodat de boom of struik niet onnodig beschadigd wordt. Bedenk dat elke ingreep een wond veroorzaakt, waar ziekten hun kans kunnen grijpen. Een snoeischaar, takkenschaar en boomzaag zijn onmisbare instrumenten bij het snoeien.

Hoe te snoeien?

Sommige vaste planten moeten tot op 1/4 deel (heesterrozen bijvoorbeeld) of bijna op de grond toe (buddleia's) worden teruggesnoeid in het voorjaar. Bij andere soorten kun je volstaan met in vorm brengen of uitdunnen (oude en dode takken er tussen uit halen).

Kijk in het voorjaar eens goed naar zo'n tak. Je ziet dan overal knoppen, soms 2 tegenover elkaar, soms afwisselend 1 links en 1 rechts. Uit deze knoppen groeien de nieuwe twijgen. Bij het terugsnoeien van takken (dus gewoon een stukje eraf) moet het snijvlak zo dicht mogelijk boven een knop liggen en moet de wond zo klein mogelijk worden gemaakt. Dus zo recht mogelijk afknippen en niet half schuin.

Als je oude takken helemaal wilt verwijderen, moet je proberen dit zo volledig mogelijk te doen en geen stompjes te laten staan. Moet er gezaagd worden, dan eerst de tak rondom inzagen en dan pas helemaal door zodat de bast niet verder inscheurt.

 

Tenslotte nog wat tips:

Ook bij planten of verplanten is soms snoeien nodig. Bladverliezende heesters het liefst verplanten als het loof eraf is, dus van november tot maart. Kan dat niet, dan in elk geval flink snoeien om de plant de beste kans op herstel te geven. En wat er ook verplant wordt: altijd flink inwateren en ook de dagen erna de plant goed water blijven geven.

Bij veel struiken kun je bij verplanten het best de oude en zwakke twijgen aan de voet wegnemen en de rest tot op 1/4 deel inkorten. Dit geldt vooral voor struiken die vanaf de grond al meteen sterk vertakken.

Er zijn ook struiken die meer een boomstructuur hebben en vooral aan de uiteinden vertakken. Hier moet je vooral uitdunnen in plaats van inkorten.

Plant je tros- of grootbloemige rozen in de herfst, dan worden alleen de toppen ingekort. Pas in het voorjaar, als de planten hersteld zijn, worden ze kort teruggesnoeid op 3 tot 7 ogen.

Ook appelbomen, sierappels en sierkersen worden gesnoeid. Dit is nodig voor een mooie vorm en bij appels om te voorkomen dat je appels aan sprietige, dunne uiteinden komen te hangen (met alle gevolgen vandien...) De zijscheuten worden op gelijke hoogte ingekort en de middenscheut wordt 20 tot 30 cm langer gelaten.

Houtachtige struikjes die van onderen snel kaal en lelijk worden, moeten in het voorjaar flink teruggesnoeid worden. Bijvoorbeeld dopheide (Erica), Alsem (Artemisia) en Lavendel (Lavendula).

Vlinderstruiken (Buddleia's) moeten in het voorjaar voor het uitlopen tot op de grond of iets hoger geheel worden afgesneden.

Hagen kunnen een paar keer per jaar geknipt worden om ze mooi in model te houden. Als je ze van onderen naar boven wat taps laat toelopen, lopen ze minder kans om van onderen kaal te worden.

Let op hieronder: hier hebben we onze appelboom gesnoeid, maar helaas wat teveel van het goede. Het jaar daarop bloeide hij niet. Het is dus uitkijken dat je niet teveel wegsnoeit. Bij kleinfruit snoei je vooral om de goede vorm te behouden.
Onze boom kan nu even goed in de bladeren komen (hij had daarvoor spichtige takken en weinig bladeren) dus het is geen ramp. Maar het is dus raadzaam dat je niet teveel weg snoeit, anders heb je het jaar daarop geen appeltjes...

 

 

Terug naar tuinonderhoud.